Trichoniscus provisorius
Nederlandse naam: Verborgen paars drieoogje
Beschrijving:
Paarse drieoogjes zijn kleine glanzende roodachtig tot paarsbruine pissebedden. Het oog bestaat uit drie ocelli die een driehoek vormen. De bovenste ocellus is vaak wat groter dan de andere twee. Door de zwarte omranding lijken de ocelli wat samengesmolten tot een vlak. De ocelli zijn minder uitpuilend dan bijvoorbeeld die van Oeverpissebed. Het lichaam is nagenoeg glad met enkel verspreide minuscule haartjes. De drie soorten zijn qua uiterlijke kenmerken identiek aan elkaar. De flagel van de antenne bestaan uit een niet te onderscheiden aantal leedjes. De poten en antennen hebben dezelfde kleur als het lichaam, wat in het veld één van de onderscheidende kenmerken is met Wijnrood pissebedje. 3 – 5 mm.
Mannetjes kunnen betrouwbaar op naam gebracht worden door de exopodiet van de eerste pleopood te onderzoeken. De exopodiet van de eerste pleopood van het Gewoon paars drieoogje is smal zonder bultige verdikking aan de aanzet. Deze bultige verdikking is duidelijk aanwezig bij Verborgen paars drieoogje. Bij het Alpien paars drieoogje is de exopodiet van de eerste pleopood na de verdikking uitgesproken ingebocht.
Habitat:
Verborgen paars drieoogje lijkt in de polders en de zandleemstreek minstens even algemeen als het Gewoon paars drieoogje. In de zuurdere regio’s als de Kempen en de Ardennen ontbreekt de soort nagenoeg volledig. Het ontbreken in de Kempen kan te maken hebben met een mogelijk lagere droogtetolerantie van deze soort. Ze is gemiddeld kleiner dan de andere Paarse drieoogjes en is daarom gevoeliger voor droogte. Het is onduidelijk waarom de soort ontbreekt in de Gaume en Lorraine. Het Verborgen paars drieoogje heeft een meer zuidelijk Europese verspreiding ten opzichte van het Gewoon paars drieoogje dat meer een noordelijk Europese verspreiding heeft. Meer onderzoek is nodig om de verspreiding van het Verborgen paars drieoogje beter te begrijpen. Verborgen paars drieoogje wordt gevonden tussen strooisel, onder stenen en rottend hout in allerlei biotopen zoals bossen, rivieroevers, tuinen en wegbermen. Het microhabitat lijkt weinig te verschillen in vergelijking met het Gewoon paars drieoogje. Aangezien de soort klein is en er voldoende exemplaren ingezameld moeten worden voor microscopisch onderzoek, geeft het zeven van strooisel de beste kans om de soort te vinden. Verborgen paars drieoogje kan ook in hogere aantallen onder dood hout en onder stenen gevonden worden.
Verspreiding in België:
Zeer algemeen in de polders en de zandleemstreek. Algemeen maar verspreid voorkomend in de leemstreek en de Condroz. In de Kempen en ten zuiden van de Condroz zeldzaam.
EN:
Very common in the polders and sandloam area, common but with a scattered distribution in the loam area and Condroz. Rare in the Campine region and south of the Condroz. Possibly a lower drought tolerance compared to T. pusillus explains its absence in the Campine region and a lower tolerance to low winter temperatures could explain its absence in the south. However, more research is needed to understand the distribution of T. provisorius. It is found in all kinds of habitat like deciduous forest, riversides, gardens and roadside verges.
FR:
Très commun dans les polders et la zone sablo-limoneuse, commun mais disséminé dans la zone limoneuse et le Condroz. Rare en Campine et au sud du Condroz. Une tolérance à la sécheresse plus faible que chez T. pusillus pourrait expliquer son absence de Campine et une tolérance plus faible aux basses températures hivernales pourrait expliquer son absence dans le sud. Cependant, des recherches supplémentaires sont nécessaires pour comprendre la distribution de T. provisorius. On le trouve dans toutes sortes d’habitats: forêts de feuillus, jardins et bords de rivières et de routes.
Verspreiding in buurlanden:
Een soort die bekend is uit Europa, Noord-Afrika en het Nabije oosten. Geïntroduceerd in de Azoren, Hawaï en Noord-Amerika.
Literatuur:
Vandel (1960, 1962), Gruner (1966).