Eluma caelatum
Nederlandse naam: Paarse oproller
Beschrijving:
De Paarse oproller is goed van andere oprolpissebedden te herkennen doordat het oog uit slechts één grote ocellus bestaat. Kan zich nagenoeg tot een volledig gesloten bolletje oprollen. De kleur is paars-bruinig en het lichaam is bedekt met kleine haartjes. De epimeren zijn lichter van kleur. Over het lichaam lopen twee brede banden bestaande uit lichtere vlekken. De richel van de frontale driehoek loopt door tot onder de ogen. Het telson is stomp driehoekig. Tot 10 mm (3 mm opgerold).
Habitat:
In België werd de soort enerzijds gevonden dicht aan de kust in het Zwin en anderzijds in poldergebied aan de grens met Zeeuws-Vlaanderen. De meest inwaartse locatie is op een kleine 12 km van zout water. Aan de kust werd Paarse oproller gevonden in ruig grasland langsheen dijken. In de polders aan de oevers van grachten en beken, langs lanen of in de strooisellaag van jonge loofbosjes. De soort kan gevonden worden door het omdraaien van planken en ander materiaal in het geschikte habitat. Een goede methode is ook om de basis van oude weidepalen te onderzoeken. Door de vegetatie weg te trekken vlak bij de voet van de paal kunnen verschillende soorten pissebedden ontdekt worden, waaronder Paarse oproller. Dit is vaak de beste methode om de soort in ruige graslanden te vinden.
Verspreiding in België:
Zeer zeldzaam in België, maar kan lokaal talrijk zijn. Pas in 2016 voor het eerst uit België gemeld.
EN
Only in the northwest of the country in relative proximity (up to 12km) of the coast. Can be locally abundant. Inhabits rough grasslands on dykes and along levee verges where it can be found between litter of small deciduous forest patches.
FR
Uniquement dans le nord-ouest du pays à proximité relative (jusqu’à 12 km) de la côte. Peut localement être abondant. Habite les dunes enherbées et la litière de petits bois de feuillus situés le long des digues.
Verspreiding in buurlanden:
Een soort van West-Europa, het Iberisch schiereiland en Noordwest-Afrika. Geïntroduceerd in enkele overzeese gebieden.
Literatuur:
Vandel (1960, 1962), Hopkin (1991), Berg & Wijnhoven (1997), De Smedt et al. (2017b).