Porcellio scaber
Nederlandse naam: Ruwe pissebed
Beschrijving:
Ruwe pissebedden kunnen zeer variabel van kleur zijn. Meestal zijn ze egaal donkergrijs met lichtere epimeren. De rugzijde is mat en voorzien van vele knobbeltjes. Er kunnen echter ook veel lichtere individuen optreden die bruin tot oranje gekleurd zijn. Een kleurvorm die vaak bij vrouwtjes voorkomt, is een bruingrijs gevlekte vorm. De basis van de antennen is meestal roodbruin. De flagel van de antenne bestaat uit twee leedjes. De frontale lob is puntig en iets omhoog gewipt. Ruwe pissebed heeft nooit een donkere mediane lijn over het lichaam en heeft twee paar pleopodale longen in tegenstelling tot Kleipissebed die er vijf paar heeft. Het telson is puntig. Bij microscopisch onderzoek is het eerste pleopodenpaar van het mannetje kenmerkend. 9 – 18 mm.
Habitat:
Een van onze meest algemene pissebedden. De soort komt zowel in vochtige als droge biotopen voor. Zeer algemeen in bossen, met een voorkeur voor de warmere drogere plekken zoals bosranden en open plekken in het bos. Is daar vaak algemener dan Kelderpissebed, terwijl dit in gesloten bos eerder omgekeerd is. Algemeen in houtkanten en tussen bomenrijen langs perceelsranden. In de vegetatie vaak als enige soort te vinden op boomstammen van levende bomen, op kruidachtigen en in bloemen. Minder algemeen in graslanden maar meestal aanwezig in de ruigere delen. De soort vermijdt zeer natte biotopen. Kan relatief goed zoutspray weerstaan en komt tot dicht bij de zout- en brakwaterlijn en in duinen voor. Zeer goede cultuurvolger en dikwijls de meest algemene soort in bebouwde omgeving. Zeer algemeen in tuinen onder bladafval, onder bloempotten en in composthopen. Ook vaak op oude muren en kerkhoven te vinden samen met Zwartkoppissebed. Komt ook vaak binnenshuis voor.
Verspreiding in België:
Zeer algemeen doorheen het hele land.
EN
Very common throughout the country. The species can be found in all kinds of habitats from humid to dry. Very common in forest clearings, forest edges, field margins with trees etc. Can even be found higher up the vegetation on tree trunks and the herb layer. More rare in grasslands. Seems to avoid wet conditions. Very common under anthropogenic circumstances like gardens, old walls, graveyards and even inside houses.
FR
Très commun dans tout le pays. Dans toutes sortes d’habitats, humides ou secs. Très fréquent dans les clairières, les lisières des forêts, les bordures des champs arborées, etc. Fréquente non seulement le sol mais aussi les troncs d’arbres et les herbes. Plus rare dans les prairies. Semble éviter les situations trop humides. Très commun en milieu anthropique: jardins, vieux murs, cimetières, voire intérieur des maisons.
Verspreiding in Buurlanden:
Komt voor doorheen Europa, uitgezonderd het zuidoosten. Geïntroduceerd door de mens in verschillende delen van de wereld.
Literatuur:
Vandel (1960, 1962), Gruner (1966), Hopkin (1991), Berg & Wijnhoven (1997).