Trachelipus rathkii
Nederlandse naam: Kleipissebed
Beschrijving:
De soort heeft een ruw, grijs of bruin, gevlekt lichaam met een lichte middenstreep die soms geflankeerd is door twee donkere strepen. Over de epimeren loopt eveneens een lichte lijn. Kop meestal donker. Goed te onderscheiden van alle Porcellio-soorten door de vijf paar pleopodale longen die in het veld goed te zien zijn. De antenneflagel is relatief lang en slank en bestaat uit twee leedjes. De mediane lob tussen de ogen is niet puntig en twee knobbeltjes op het voorhoofd zijn goed zichtbaar. Ook de laterale lobben op de kop zijn afgerond. Het telson is puntig. Bij microscopisch onderzoek is het eerste pleopodenpaar van het mannetje kenmerkend. 10 – 14 mm.
Habitat:
Kleipissebed komt in hoofdzaak voor in graslanden en aan de oevers van beken, rivieren en kanalen. In bossen wordt de soort nooit gevonden, hoogstens aan de bosrand. De soort is goed bestand tegen droogte maar kan ook bijzonder goed overstroming verdragen. Op plaatsen die regelmatig onder water komen te staan, kan Kleipissebed vaak in hoge aantallen waargenomen worden en in graslanden in Vlaamse valleigebieden is dit vaak een dominante soort. De soort lijkt zuurdere bodems te vermijden, wat het lagere aantal waarnemingen in de Kempen, Ardennen en Condroz zou kunnen verklaren. In bebouwde omgeving komt de soort in beperkte mate voor in tuinen, parken, kerkhoven en braakliggende terreinen. Kan gevonden worden onder dood hout en stenen op de oevers van waterlopen. Tussen strooisel en onder dood hout op plaatsen die regelmatig overstromen. In graslanden zonder bodemvallen moeilijk waar te nemen, tenzij er veel hout en stenen liggen om om te draaien.
Verpspreiding in België:
Vrij algemene soort in het hele land met uitzondering van de Kempen en de Ardennen, waar die slechts eenmaal in een bebouwde omgeving aangetroffen werd.
EN
Widespread but local across the country. Rarer or absent on more acid soils of the Ardennes and the Campine region. Open habitat species typical for both dry and humid grasslands. Can be found under anthropogenic circumstances, but seldom dominating here. Not found in forest interiors.
FR
Répandu partout dans le pays, mais localisé. Plus rare ou absent sur les sols plus acides de l’Ardenne et de la Campine. Espèce d’habitats ouverts typique des prairies sèches et humides. Parfois trouvé en milieu anthropique, mais y est rarement dominant. Pas trouvé à l’intérieur des forêts.
Verspreiding in buurlanden:
Soort die in heel Europa voorkomt uitgezonderd het Middellandse zeegebied.
Literatuur:
Vandel (1960, 1962), Gruner (1966), Hopkin (1991), Berg & Wijnhoven (1997).