Miktoniscus patiencei
Nederlandse naam: Zwartoogje
Beschrijving:
Zwartoogje is een kleine witte pissebed. Het hele lichaam, inclusief kop en antennen, is bedekt met knobbeltjes. Het darmkanaal schijnt vaak als een donkere streep door het lichaam. Het oog bestaat uit slechts één kleine ocellus, in tegenstelling tot bijvoorbeeld juveniele Juweeltjes die relatief gezien een veel groter oog hebben. Ook soorten van het genus Trichoniscoides kunnen met het Zwartoogje verward worden maar zij hebben een roodachtig gekleurd oog. De flagel van de antenne bestaat uit een onduidelijk aantal te onderscheiden leedjes. Bovendien behoudt het oog van het Zwartoogje zijn kleur in alcohol, wat niet het geval is voor Trichonicoides soorten. Bij microscopisch onderzoek zijn het eerste en tweede pleopodenpaar van het mannetje kenmerkend. De endopodiet van de eerste pleopood van het mannetje heeft kenmerkende grove inkepingen aan de top. 2 – 4 mm.
Habitat:
Het Zwartoogje is een pissebed die aan het kusthabitat gebonden is. Ze komt voor in de buurt van de hoogwaterlijn onder vloedmerk, aangespoeld hout en onder stenen. Op de gekende locatie in België werd Zwartoogje gevonden op enkele meters van de hoogwaterlijn onder wrakhout op zeer voedselrijke grond tussen een vegetatie bestaande uit Grote brandnetel en Gewone vlier. Op zandstranden komt de soort niet voor. In Zeeland (Nederland) wordt Zwartoogje gevonden in de buurt van het hoogst gelegen vloedmerk langs schorren, dijken en in kleine haventjes. De soort komt er voor op zowel humusrijke als humusarme bodems en wordt gevonden in graspollen, onder aangespoeld grof hout en onder stenen. Nooit verder dan 50m van het vloedmerk. Er is weinig gekend over de ecologie van de soort. Op heden kan moeilijk ingeschat worden of de soort voldoende bestand is tegen zeewater en onderdompeling om in de toekomst eventueel terug in België te belanden via aangespoeld hout.
Verspreiding in België:
Zeer zeldzaam, slecht van één enkele locatie aan de kust gekend, met name het reservaat van de Ijzermonding in Nieuwpoort waar de soort slechts tweemaal werd aangetroffen rond de eeuwwisseling. De afgelopen jaren werden verschillende intensieve pogingen ondernomen om de soort terug te vinden. Zonder succes. In “De Ijzermonding” vonden na 2000 grootschalige natuurinrichtingswerken plaats, mogelijk is de soort hierdoor verdwenen uit dit gebied. De afgelopen jaren werd ook op andere mogelijks geschikte locaties specifiek en intensief gezocht naar Zwartoogje maar telkens zonder resultaat. Dit doet vermoeden dat de soort uitgestorven is in België.
EN:
Only known from two observations around the year 2000, both in the nature reserve “De Ijzermonding”. The species was found a few meters from the high tide mark under driftwood on nutrient rich soil. Despite several efforts, the species could not be found again during recent years. A large restoration project was undertaken in “De Ijzermonding” and possibly caused the disappearance of the species. Also in other suitable habitat in the Belgium, the species could not be found. We consider it therefore as presumably extinct in Belgium.
FR:
Uniquement deux observations datant d’environ 2000, dans la réserve naturelle «De Ijzermonding». L’espèce a été trouvée à quelques mètres de la limite de marée haute sous un débris de bois sur un sol riche en éléments nutritifs. Malgré de nombreuses recherches, l’espèce n’a pu être retrouvée ni dans cette réserve ni dans d’autres habitats adaptés. Le grand projet de restauration entrepris dans la réserve naturelle a probablement provoqué la disparition de l’espèce. Nous le considérons donc comme vraisemblablement éteint en Belgique.
Verspreiding in buurlanden:
Een soort die uitsluitend voorkomt in West-Europa en voorlopig enkel gekend is uit Nederland, België, Frankrijk, Ierland en Groot-Brittannië. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk wordt de soort in hoofdzaak gevonden aan rotskusten en kiezelstranden.Een soort die uitsluitend voorkomt in West-Europa en voorlopig enkel gekend is uit Nederland, België, Frankrijk, Ierland en Groot-Brittannië. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk wordt de soort in hoofdzaak gevonden aan rotskusten en kiezelstranden.
Literatuur:
Vandel (1960, 1962), Hopkin (1991), Berg & Wijnhoven (1997), Lock & Durwael (2000).